Toelichting bij Cantate BWV 39 luisteren tekst |
Bach’s cantates hadden een functie in de wekelijkse kerkdienst en sloten vaak naadloos aan op de te lezen bijbelgedeelten en de uitleg daarvan door de predikant. De lezing voor zondag 23 juni 1726 was uit Lukas 16, waarin Jezus vertelt:19 Er was een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. 20 Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren. 21 Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. 22 Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. 23 Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. 24 Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dompelen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” 25 Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. 26 Bovendien ligt er een wijde kloof tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.” Toen zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, 28 want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.” 29 Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de profeten: laten ze naar hen luisteren!” 30 De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.” 31 Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.” De cantate begint daarom met een citaat van de grootste profeet: Jesaja. In het volgende recitatief geeft de bas, de vox Christi, een praktische samenvatting van de 2e bijbellezing voor die zondag uit 1 Joh.4: In aansluiting op deze aria volgde de preek over de gelezen bijbelpassages, waarna de bas met een arioso Hebr.13:16 citeert over het bewijzen van weldadigheid en mededeelzaamheid. Met het volgende accompagnato-recitatief door de wat lagere altsolist staan we als het ware weer op de begane grond. U denkt misschien dat dit één van de mooiste cantates van Bach is. Dat is ook zo. De muziek is inderdaad prachtig, maar als dat alles was heeft u het niet goed begrepen. |